Veel ouders vinden het lastig het speentje van hun kind af te pakken, want dat voorwerp brengt vaak onmiddellijk rust. Begrijpelijk, maar het gevolg is vaak een smalle kaak, scheve tanden of een spraakgebrek.
Na zo’n negen maanden moet je stoppen. Langdurig gebruik van een speen kan de ontwikkeling van tanden en kaak beïnvloeden.
Je baby groeit, het mondje ook en met zes maanden kunnen ze kauwen, speeltjes in hun mond doen en de zuigreflexen nemen af. Een speen die dan steeds op de tong ligt en de kaken uit elkaar duwt, heeft alleen maar nadelen. De tong hoort bovenin tegen je gehemelte aan te liggen, en de kaken dicht. Zo kan een mooie, brede kaak gaan groeien. Maar als de de tong steeds naar beneden wordt geduwd en de kaak steeds open hangt, zal het gehemelte smaller en hoger gaan groeien.
Gevolgen:
– tanden en kiezen groeien scheef
– verkeerd slikken
– slissen
Bouw het gebruik van de speen geleidelijk af. Als je kind slaapt, haal de speen weg en sluit het mondje. Geef ze ipv een speen een broodkorst.

