
Veel vetmassa hebben is ongezond, weinig spiermassa ook. Als je je spieren vaker, meer en intensiever gebruikt,
worden ze sterker. Spiermassa heb je hard nodig, want spieren nemen suikers, oftewel koolhydraten, op en
gebruiken ze als energiebron.
Hoe meer spiermassa je hebt, hoe meer en hoe beter je calorieën verbrandt, zelfs als je niet actief bent.
Heb je heel weinig spiermassa, dan blijft het suiker in je bloed langer hoog nadat je hebt gegeten.
Bij inspanning worden eerst de suikers in het bloed gebruikt. De vetmassa wordt dan minder aangesproken.
Een gezonde hoeveelheid spiermassa beschermt dus tegen overgewicht. Het beschermt ook tegen diabetes en
zorgt voor gezonde gewrichten, meer kracht, een sterker immuunsysteem, meer energie en een hogere botdichtheid.
Je spieren groeien al na de eerste training
Als je erg veel vetmassa hebt, en vooral buikvet, loop je een hoger risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en
een hoge bloeddruk. Het zorgt er ook voor dat je minder efficiënt kunt bewegen. Je spieren groeien direct al na de
eerste keer trainen.
Je hoeft niet altijd heel intensief te sporten, je kunt ook minder intensief bewegen, maar dat langer volhouden.
Dat blijkt uit een studie waarbij een groep vrouwen een jaar lang gevolgd werd. Deze vrouwen hadden de
menopauze achter de rug, gemiddeld een BMI van 33 en dus overgewicht, en leefden inactief. Ze beperkten hun
calorie inname met 25 procent. De vrouwen wandelden een jaar lang vijf dagen per week zo’n 25 minuten per dag.
Na dat jaar waren ze gemiddeld negen kilo kwijt!.
Meer is altijd beter
De mate waarin je vet verliest, heeft dus te maken met de inspanning die je doet. En omdat we over het algemeen
ontzettend weinig bewegen, is alles wat je doet meegenomen. Als je één keer per week een half uurtje wandelt, duurt
het ontzettend lang voordat je gewicht kwijtraakt. Onthoud dat meer bewegen vrijwel altijd beter is.
Bouw spiermassa op door met gewichten te trainen en doe daarnaast ook iets waardoor je een beetje buiten adem raakt.
bron Nu.nl