Een tekenbeet kan heel nare gevolgen hebben, zoals de overdracht van de ziekte van Lyme. Wel zo fijn om de juiste informatie te hebben over deze spinachtige beestjes. Vijf feiten en fabels op een rij.
1. Teken vallen uit bomen op mensen
Dit is een fabel. Teken zitten vooral in hoog gras of tussen dode bladeren, het liefst bij bomen of struiken. Vanaf grassen en struiken kunnen ze overstappen naar een dier of mens. Let daarom dus ook goed op in je eigen achtertuin.
2. Een teek moet je draaiend uit de huid halen
Er zijn verschillende soorten tekentangen met elk hun eigen gebruiksaanwijzing. Dit kan zowel draaien of trekken zijn. Goed om altijd de instructies van desbetreffende tekentang te volgen. Het verwijderen van de teek met een spits pincet is het beste. De teek wordt zo dicht mogelijk op de huid beetgepakt en rechtop met een rustig trekkende beweging verwijderd.
3. Teken zijn alleen met zomers weer actief
Fabel. Teken houden wel van warm en vochtig weer, maar ze zijn er het hele jaar door. Zodra de temperatuur boven de 7°C komt, kunnen teken actief worden. De meeste tekenbeten vinden plaats tussen maart en oktober.
4. Hoe sneller de teek wordt verwijderd, hoe kleiner de kans op de ziekte van Lyme
Dat klopt. Teken kunnen de ziekte van Lyme overdragen als ze besmet zijn met de bacterie Borrelia burgdorferi. Wanneer de teek zich volzuigt met bloed, kunnen deze bacteriën via het speeksel van de teek in het lichaam terechtkomen. De teek draagt de bacterie niet meteen over na het vastbijten. Hoe sneller de teek wordt verwijderd, hoe kleiner de kans op besmetting.